De AI-Act: wat betekent het voor het onderwijs? – AI Blog
← Terug naar overzicht

De AI-Act: wat betekent het voor het onderwijs?

Geplaatst op 4 oktober 2025 • door Thijs Kanis

De Europese AI-Act is een mijlpaal in de technologische geschiedenis van Europa. Voor het eerst legt een wet juridisch vast hoe kunstmatige intelligentie ontwikkeld, gebruikt en gecontroleerd mag worden. Het doel is duidelijk: innovatie mogelijk maken, maar tegelijk burgers beschermen tegen risico’s. Dat klinkt logisch – maar wat betekent dat concreet voor scholen, docenten en leerlingen? En hoe kunnen we binnen deze nieuwe kaders niet alleen voldoen aan regels, maar juist kansen grijpen?

Wat is de AI-Act?

De AI-Act is de eerste Europese wet die zich specifiek richt op kunstmatige intelligentie. Waar de AVG (GDPR) vooral over persoonsgegevens ging, bepaalt de AI-Act hoe AI-systemen zelf ontworpen, getest en toegepast moeten worden. De wet is gebaseerd op een risicogebaseerde aanpak: hoe groter het risico dat een AI-toepassing heeft op mens en maatschappij, hoe zwaarder de eisen worden die eraan gesteld zijn.

Vier risiconiveaus

De AI-Act deelt toepassingen in vier categorieën in:

  • Verboden AI: systemen die mensen manipuleren of kwetsbare groepen misbruiken (zoals emotieherkenning bij kinderen).
  • Hoog risico: toepassingen met directe invloed op rechten of kansen van mensen – denk aan AI in sollicitaties, rechtspraak, gezondheidszorg en onderwijs.
  • Beperkt risico: AI die transparant moet zijn, zoals chatbots die duidelijk maken dat je met een AI praat.
  • Laag risico: AI met minimaal maatschappelijk risico, zoals spellingscorrectie of automatische ondertiteling.

Voor het onderwijs betekent dit dat veel AI-toepassingen – zoals leerlingvolgsystemen, toetsanalyse of adaptieve leermiddelen – onder de categorie hoog risico vallen. Scholen en leveranciers krijgen daardoor nieuwe verantwoordelijkheden.

Wat betekent dit voor scholen en docenten?

De AI-Act verplicht scholen om kritisch te kijken naar de AI-systemen die ze gebruiken. Niet alleen naar wat ze kunnen, maar ook hoe ze functioneren. Dat houdt onder meer in dat scholen moeten weten:

  • welke data de AI gebruikt en hoe die data wordt verwerkt,
  • of het systeem uitlegbaar is (kan men begrijpen hoe een advies tot stand komt?),
  • en wie verantwoordelijk is bij fouten of verkeerde interpretaties.

Het is niet langer voldoende om een AI-tool simpelweg te ‘gebruiken’. Onderwijsinstellingen worden mede-verantwoordelijk voor de ethische en veilige toepassing ervan.

De impact op het klaslokaal

De gevolgen van de AI-Act reiken tot in het klaslokaal. Scholen die AI gebruiken voor leerlingbeoordeling of persoonlijke leeradviezen zullen transparant moeten kunnen uitleggen hoe de technologie werkt. Dat betekent niet dat docenten opeens programmeur moeten worden, maar wel dat ze basiskennis moeten hebben van hoe AI beslissingen neemt en welke data daarbij een rol speelt.

De wet stimuleert daarmee eigenlijk iets goeds: digitale geletterdheid op een nieuw niveau. Docenten, leerlingen en schoolleiders zullen meer bewust omgaan met data, privacy en algoritmes. De AI-Act maakt AI niet moeilijker, maar bewuster.

De opdracht voor het onderwijs

Het onderwijs heeft een dubbele opdracht: enerzijds moet het zélf leren omgaan met AI, anderzijds moet het leerlingen voorbereiden op een samenleving waarin AI alomtegenwoordig is. Dat vraagt om kennis, reflectie en praktische vaardigheden.

Scholen moeten ruimte creëren voor:

  • Professionalisering van docenten: basiskennis over AI, ethiek en regelgeving wordt net zo belangrijk als digitale didactiek.
  • Curriculumontwikkeling: AI hoort thuis in meerdere vakken, van maatschappijleer tot wiskunde.
  • Begeleiding van leerlingen: jongeren leren kritisch kijken naar algoritmes en technologie, niet alleen ze gebruiken.
De AI-Act vraagt niet alleen om naleving van regels, maar om een cultuur van bewust gebruik van technologie in het onderwijs.

Van verplichting naar kans

Op het eerste gezicht lijkt de AI-Act vooral beperkend: meer administratie, meer verantwoordelijkheid. Maar wie goed kijkt, ziet juist kansen. De wet stimuleert scholen om beter na te denken over technologie en om AI op een verantwoorde manier te integreren. Dat kan leiden tot:

  • Betere kwaliteit van AI-toepassingen: leveranciers moeten transparanter worden.
  • Meer vertrouwen bij ouders en leerlingen: duidelijkheid over wat AI wel en niet doet.
  • Nieuwe vormen van onderwijsinnovatie: doordat AI bewuster en doelgerichter wordt ingezet.

In feite maakt de AI-Act de weg vrij voor een volwassen omgang met technologie in het onderwijs. Niet blind vertrouwen, maar wel nieuwsgierig onderzoeken wat mogelijk is binnen veilige en ethische kaders.

Een cultuurverandering in scholen

Om aan de AI-Act te voldoen, zullen scholen een cultuur moeten ontwikkelen waarin verantwoord experimenteren centraal staat. Niet: “mag dit?”, maar: “hoe kunnen we dit veilig en verantwoord doen?”. Dat betekent meer samenwerking tussen docenten, ICT-coördinatoren, bestuurders en beleidsmakers.

Docenten moeten ruimte krijgen om met AI te oefenen, fouten te maken en te leren. Pas dan ontstaat begrip en eigenaarschap. Technologie werkt alleen goed als mensen die ermee werken zich betrokken en vaardig voelen.

De rol van lerarenopleidingen

Ook lerarenopleidingen zullen zich moeten aanpassen. De docenten van morgen moeten weten hoe AI werkt, welke rol data speelt in leerprocessen en hoe ze leerlingen kunnen begeleiden in ethische vraagstukken. De AI-Act is daarmee niet alleen een juridische mijlpaal, maar ook een onderwijskundige wake-upcall.

In steeds meer landen wordt AI-geletterdheid opgenomen in het curriculum van lerarenopleidingen. Nederland kan daarin vooroplopen door niet alleen kennis te onderwijzen, maar ook houding en reflectie te stimuleren: hoe wil jij dat AI in jouw klas wordt gebruikt?

De mens blijft centraal

Ondanks alle technologie en regelgeving blijft één principe overeind: onderwijs is en blijft mensenwerk. De AI-Act benadrukt juist het belang van menselijke controle. Een AI mag ondersteunen, maar niet beslissen zonder menselijke tussenkomst. Dat principe beschermt niet alleen leerlingen, maar ook de autonomie van docenten.

AI kan berekeningen maken, trends signaleren en suggesties doen. Maar het zijn de mensen die betekenis geven aan die informatie. In die zin past de AI-Act bij de essentie van onderwijs: kritisch denken, verantwoordelijkheid nemen en leren omgaan met nieuwe kennis.

Samen leren omgaan met AI

De AI-Act is geen eindpunt, maar een begin. De komende jaren zal de wet verder worden verfijnd, en scholen zullen ervaring opdoen met implementatie. Het belangrijkste is dat we dit lerenproces samen aangaan – scholen, overheid, bedrijven en burgers. Het doel is niet om angstvallig te voldoen aan regels, maar om technologie te gebruiken op een manier die onze waarden versterkt.

Daar ligt precies de kracht van onderwijs: leren omgaan met verandering. De AI-Act vraagt niet om terughoudendheid, maar om nieuwsgierigheid binnen grenzen. Om lef én verantwoordelijkheid. En dat begint met kennis.

Conclusie: van regels naar richting

De AI-Act markeert het begin van een nieuw tijdperk. Het onderwijs krijgt niet alleen te maken met extra verplichtingen, maar vooral met een kans: om een voorbeeld te zijn in verantwoord en creatief omgaan met technologie. Door AI niet te zien als bedreiging, maar als leeropdracht, kan het onderwijs laten zien hoe mens en technologie elkaar versterken.

Wil je weten hoe jouw school of organisatie zich kan voorbereiden op de AI-Act en verantwoord met AI kan omgaan? In onze workshop “Regelgeving & Ethiek” nemen we je stap voor stap mee door de nieuwe wetgeving en vertalen we deze naar de praktijk van het onderwijs.

Benieuwd wat AI voor jouw school of organisatie kan betekenen?

Onze workshops helpen je verantwoord, praktisch en inspirerend met AI aan de slag te gaan.

Bekijk onze workshops →